Historie van de kerk

Historie kerk van Uitwierde

Aan de noordwestzijde van Delfzijl ligt Uitwierde, een dorp met een beschermd dorpsgezicht. Het Torenpad met de monumentale achttiende-eeuwse vroegere pastorie voert naar het hoogste punt van de gave ronde wierde van Uitwierde. Daar staan de vrijstaande forse dertiende-eeuwse toren en de bescheiden negentiende-eeuwse kerk. Rond het kerkhof loopt het schelpenpad op de plaats waar tot het begin van de vorige eeuw een gracht liep.

Oorspronkelijk moet aan de middeleeuwse toren een ongeveer even oude tufstenen kerk hebben gestaan. De verbinding tussen kerk en toren is nog te herkennen aan de grote dichtgemetselde rondboog in de toren. Toren en kerk waren in de traditionele oost-west richting gebouwd. De huidige kerk dateert van het jaar 1839, later de Hervormde Kerk van Uitwierde genoemd, is een sober gebouw in neoclassicistische bouwstijl. Het  is een zogenaamde waterstaatskerk omdat deze onder toezicht gebouwd is van Rijkswaterstaat, de rijksdienst die vanaf 1824 tot 1875 toezicht hield op de kerkenbouw in Nederland.

In de Franse tijd heeft de middeleeuwse kerk en heel Uitwierde ernstig te lijden gehad van plunderende en brandstichtende Franse soldaten toen deze in 1814 de aftocht bliezen en de schans Delfzijl verlieten. De bouwvallig geworden kerk werd uiteindelijk in 1839 afgebroken waarna de huidige kerk -haaks op de vroegere middeleeuwse kerk en los van de toren- gebouwd werd. De eveneens bouwvallige toren kon dankzij de bemoeienissen van boer Jan Cornelis (Jan Knels) Bos behouden blijven. Deze werd in 1840 wel verlaagd en kreeg een tentdak. De windvaan in de vorm van een ruiter te paard en een plaat boven de ingang van de toren zijn blijvende herinneringen aan Jan Cornelis Bos. In de Tweede Wereldoorlog kwam heel Uitwierde weer onder zwaar vuur te liggen. De schade aan de kerk werd in 1948 weer hersteld.  

 

Deze kerk van Uitwierde is een eenvoudige zaalkerk met in de zijmuren hoge rondboogvensters en spaarvelden en daartussen de lisenen die de zijmuren in gelijke vlakken verdelen. De kerk heeft een schilddak. De voorgevel van de kerk is op het zuiden gericht. Aan weerszijden van de omlijste toegangspoort zijn twee zeventiende-eeuwse grafzerken geplaatst. Deze zijn (vermoedelijk) van Aeylco en zijn zoon Anthony Wincken: twee mannen in harnas, hun handen tegen elkaar voor de borst en familiewapens in de vier hoeken. De grafzerk van vader en grootvader Haro Wincken, overleden in 1563, staat aan de oostelijke wand voor in de kerk. Haro Wincken trad namens de familie Ripperda van Farmsum regelmatig op als redger, een soort plattelandsrechter en notaris. Uitwierde behoorde van ouds ook tot de heerlijkheden van de Ripperda’s. Zoon Aeylco Wincken was hoofdeling in het Ommelander bestuur. Hij stond in 1580 nog achter de koning van Spanje maar deed daar in 1594 openlijk afstand van. De familie Wincken (of Wyncken of Wyneken) woonde op Ringenum, een ‘buiten’ met grachten, hoven en singels, 40 grazen land maar bezat ook stoelen in de kerk van Uitwierde, vaste zitplaatsen dus. Het steenhuis Ringenum stond in Delfzijl, vlakbij het Damsterdiep. Via de Jonkerslaan en Biessum liep er een pad naar Uitwierde. Kleinzoon Anthony verkocht Ringenum in 1625. Tot 1613 behoorde Delfzijl tot het kerspel Uitwierde, het lag zogezegd ‘onder de klokslag van Uitwierde’.     

Het interieur van de kerkzaal heeft een spitsbogig houten gewelf. Aan de noordwand staat de preekstoel die in 1815 gemaakt is door Jacob Meijer nadat in 1814 de oorspronkelijke preekstoel van 1628 door de Franse soldaten geheel vernield was. De opdracht voor de nieuwe preekstoel was verstrekt door ‘T.A. Gerlacius tot Nittersum, Heer van Stedum tot Ringerum, Heer van Uitwierda en collator dezer gemeente’. 

Ook tegen de noordmuur hangt een bord met daarop de namen van 27 predikanten die vanaf 1595 tot 1965 de kerkelijke gemeente van Uitwierde gediend hebben. Bovenaan staat Egbertus Mengerinck, een voormalige katholieke priester die zich na de Reductie van Groningen in 1594 kennelijk bekeerd heeft tot de gereformeerde godsdienst, de enig toegestane religie in die tijd. Hij is ook op het kerkhof van Uitwierde begraven. De laatste predikant op het bord is dominee Lapré (1960-1965). Hij woonde niet in de pastorie van Uitwierde maar in de nieuwe woonwijk Noord in Delfzijl.     

Evenals de preekstoel heeft ook het orgel het moeten ontgelden bij de aftocht van de Fransen. Het werd totaal vernield. Sinds de zeventiende eeuw had er al een orgel in de kerk gestaan. Uitwierde moest het zonder orgel stellen tot orgelbouwer H.E.Freytag in 1858 een (oud) kabinetorgel in de kerk kon plaatsen. Ook dit orgel is in 1945 verloren gegaan. Tot 1975 heeft de kerk het zonder kerkorgel moeten stellen. Intussen was in 1965 de kerk van Heveskes gesloten. Het Van Dam orgel uit 1889 kreeg in 1975 na een grondige restauratie een nieuwe plaats in de kerk van Uitwierde.[1]

 

De dertiende-eeuwse toren van Uitwierde behoort sinds 1971 tot het bezit van de Stichting Oude Groninger Kerken, opgericht in 1969. Het was de eerste vrijstaande toren van de stichting. De voormalige Hervormde kerk van Uitwierde, eigendom van de Protestantse Gemeente Delfzijl, is in 2022 overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken waarmee het ensemble van kerk en toren weer samengevoegd is. De kerk werd niet meer gebruikt voor de eredienst maar is een bijzondere locatie voor rouw- en trouwdiensten als ook voor kleine concerten, exposities en andere culturele activiteiten.    

 

Bronnen: W.J.Formsma red., De Ommelander borgen en steenhuizen (Assen 1973) 424-426; A.Hoft, Wincken op Ringenum (Delfzijl 2005) 4-8 (uitgave Stichting Cultureel Erfgoed Delfzijl); Martin Hillenga, Reinder Reinders en Auke van der Woud, red., De Atlas van Beckeringh (Zwolle 2016) 190-191; Harm Plas en Wim Plas, Religieus erfgoed in Groningen, (Bedum 2008)365-367; Groninger gedenkwaardigheden (redmeralma.nl).